Tijdens de beroepsprocedure art.9ter

Een persoon die een beroep heeft ingediend tegen een negatieve artikel 9ter beslissing kan maatschappelijke dienstverlening aanvragen bij het OCMW van de gemeente waar ze gewoonlijk verblijven. Deze hulp wordt bijna altijd geweigerd door het OCMW, maar de persoon kan een beroep indienen bij de arbeidsrechtbank op basis van de ’Abdida’ rechtspraak.


Wettelijk kader

Wanneer er in het kader van een medische regularisatie (art. 9ter Verblijfswet) een negatieve beslissing wordt genomen door de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) kan er, in principe, een bevel om het grondgebied te verlaten (BGV) worden gegeven aan de betrokken persoon. De persoon verblijft dan zonder wettig verblijf op het grondgebied.

De OCMW wet bepaalt dat een persoon zonder wettig verblijf enkel recht heeft op Dringende Medische Hulp (art.57, §2 OCMW wet).

Met andere woorden, wanneer de betrokken persoon een beroep indient in het kader van een medische regularisatie, kan deze persoon in principe enkel een aanvraag voor Dringende Medische Hulp (DMH) indienen bij het OCMW.

Europese rechtspraak: het arrest Abdida

In 2014 heeft het Europees Hof van Justitie zich uitgesproken in het arrest ’Abdida’ (C-562/13) over de vraag of een persoon die beroep indient tegen een negatieve beslissing in het kader van een medische regularisatie (artikel 9ter) ook recht heeft op ruimere maatschappelijke dienstverlening. Deze maatschappelijke steun is ruimer dan enkel de tussenkomst voor medische kosten.

Volgens deze rechtspraak van het Hof van Justitie moet de nationale wetgeving van een lidstaat voorzien dat een ernstig zieke derdelander aanspraak kan maken op sociale steun in afwachting van de uitspraak over het beroep dat deze heeft ingesteld tegen het terugkeerbesluit, indien de uitvoering van dat terugkeerbesluit een ernstige en onomkeerbare verslechtering van de gezondheidstoestand kan opleveren.

Het Hof van Justitie baseert zich hiervoor op de Europese Terugkeerrichtlijn 2008/115 en stelt dat

een lidstaat moet voorzien in de elementaire basisbehoeften van een ernstig zieke derdelander die een beroep heeft ingesteld tegen een terugkeerbesluit, wanneer deze persoon zelf niet in staat is om in zijn of haar eigen onderhoud te voorzien.

Omzetting in het Belgisch recht?

De Belgische wetgeving is nog niet aangepast sinds het arrest Abdida van 2014.

In de praktijk kunnen behoeftige personen voor ruimere maatschappelijke dienstverlening terecht bij het OCMW van hun gewoonlijke verblijfplaats. Deze ruimere maatschappelijke dienstverlening door het OCMW kan, onder andere, een tussenkomst voor medische kosten, financiële steun, tussenkomst voor een energiefactuur, enz. omvatten. In principe zal deze ruimere maatschappelijke dienstverlening worden geweigerd door het OCMW aan een persoon die een beroep heeft ingediend tegen de negatieve 9ter beslissing, omdat deze aanvrager wordt beschouwd als een persoon zonder wettig verblijf. Deze negatieve beslissing van het OCMW kan echter worden aangevochten bij de bevoegde arbeidsrechtbank.

Wie kan een beroep indienen op basis van de Abdida rechtspraak?

Een behoeftig, ernstige zieke vreemdeling die een beroep heeft ingediend tegen een negatieve artikel 9ter beslissing heeft volgens de Europese rechtspraak recht op ruimere maatschappelijke dienstverlening tijdens het verloop van de beroepsprocedure. Het Europees Hof van Justitie heeft in 2020 het toepassingsgebied van de Abdida rechtspraak uitgebreid naar de derdelands ouder die instaat voor de mantelzorg van een ernstig ziek kind (zie EU Hof van Justitie 30.09.2020, C-402/19).

Een negatieve beslissing in het kader van een medische regularisatie (art. 9ter) kan zich voordoen in verschillende procedurele fasen.

  • De 9ter aanvraag wordt onontvankelijk verklaard
    Zolang er nog geen beslissing is genomen over de ontvankelijkheid van medische regularisatie aanvraag, wordt er aan de aanvrager geen verblijfsrecht toegekend. De persoon in kwestie heeft enkel recht op Dringende Medische Hulp (DMH). Indien de aanvraag niet-ontvankelijk wordt verklaard, heeft de persoon in principe nog steeds enkel recht op DMH.
    Hij/zij kan een beroep aantekenen bij de arbeidsrechtbank tegen de weigering van het OCMW om ruimere maatschappelijke steun toe te kennen, op basis van de Abdida rechtspraak.
  • De 9ter aanvraag wordt ongegrond verklaard
    Wanneer een 9ter aanvraag ontvankelijk werd verklaard, ontvangt de verzoeker een Attest van Immatriculatie (A.I.). De betrokkene kan met dit A.I. ruimere maatschappelijke dienstverlening van het OCMW verkrijgen, indien hij/zij behoeftig is.
    Wanneer in een latere fase van de 9ter procedure het verzoek echter ongegrond wordt verklaard, dan verliest de verzoeker zijn/haar A.I. en bijgevolg zijn/haar recht op ruimere maatschappelijke dienstverlening. De persoon behoudt dan alleen maar zijn/haar recht op Dringende Medische Hulp.
    Hij/zij kan hiertegen een beroep aantekenen bij de arbeidsrechtbank tegen de weigering van het OCMW om ruimere maatschappelijke dienstverlening toe te kennen, op basis van de Abdida rechtspraak.
  • Het verblijfsrecht (A-kaart) op basis van een artikel 9ter procedure wordt niet verlengd
    Een persoon kreeg in het kader van een gegronde artikel 9ter aanvraag een voorlopig verblijfsrecht voor 1 jaar (A-kaart) dat verlengbaar is onder bepaalde voorwaarden (zie ’Verlenging verblijfsrecht’ op de pagina Machtiging tot verblijf om medische redenen (art.9ter)).
    Deze A-kaart geeft recht op ruimere maatschappelijke dienstverlening van OCMW indien de persoon behoeftig is. Wanneer de Dienst Vreemdelingenzaken beslist om de A-kaart niet te verlengen, dan verliest de persoon zijn/haar recht op deze ruimere maatschappelijke dienstverlening. De persoon behoudt dan alleen maar zijn/haar recht op Dringende Medische Hulp.
    Hij/zij kan hiertegen een beroep aantekenen tegen de weigering van het OCMW om ruimere maatschappelijke dienstverlening toe te kennen, op basis van de Abdida rechtspraak.

De termijn om een beroep bij de arbeidsrechtbank tegen een weigeringsbeslissing van het OCMW in te stellen bedraagt 3 maanden na de kennisgeving van de beslissing.

In de praktijk hebben verschillende arbeidsrechtbanken het OCMW reeds veroordeeld tot het toekennen van ruimere maatschappelijke dienstverlening aan een persoon die een beroep heeft ingediend bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV); op voorwaarde dat hij/zij een verdedigbare grief heeft op basis van art. 5 en 13 van de EU Terugkeerrichtlijn 2008/115 (artikel 3 en 13 EVRM). Een verdedigbare grief moet volgens de rechtspraak door de arbeidsrechter geïnterpreteerd worden als een niet kennelijk ongegrond beroep bij de RvV tegen een negatieve beslissing 9ter beslissing (zie HvCass 25.03.2019 en EU Hof van Justitie 30.09.2020, C-233/19).

Opgelet! Er hoeft niet noodzakelijk een Bevel om het Grondgebied te Verlaten (BGV) afgeleverd te zijn na de negatieve artikel 9ter beslissing om de toepassing van de Abdida rechtspraak te vragen.
In een recente beslissing heeft het Arbeidshof van Brussel geoordeeld dat de rechtspraak van Abdida ook van toepassing is wanneer er geen bevel om het grondgebied (BGV) te verlaten werd betekend aan de verzoeker. Volgens het Arbeidshof is het BGV een louter administratieve bevestiging van een reeds vaststaande situatie, namelijk het onwettig verblijf van de persoon in kwestie (zie Arb. Hof Brussel 25.04.2019).

Samenloop met procedure medische overmacht

Naast het inroepen van de Abdida rechtspraak, kan de persoon ook medische overmacht inroepen tegen de uitvoering van een bevel om het grondgebied te verlaten (BGV).

Dit houdt in dat de persoon met een BGV zich in de medische onmogelijkheid bevindt om gevolg te geven aan dit bevel. Op basis van deze medische overmacht kan er dan ruimere maatschappelijke dienstverlening aan het OCMW worden gevraagd via de arbeidsrechtbank. Voor meer informatie over deze specifieke procedure zie Maatschappelijke dienstverlening en onmogelijk terugkeren.

Opgelet! Het recht op ruimere maatschappelijke dienstverlening wordt behouden zolang de persoon zich in een situatie van medische overmacht bevindt, terwijl de sociale steun toegekend in het kader van de Abdida rechtspraak eindigt wanneer het beroep verworpen wordt. Vandaar dat het nuttig kan zijn om beide te vorderen voor de arbeidsrechtbank (zie bijvoorbeeld Arb. Hof Luik 03.11.2019).

16 maart 2020


Publicatie van Caritas International

"De sociale rechten van ernstig zieke vreemdelingen"

Tweede deel van de publicatie "Welke rechten nog te mobiliseren voor ernstig zieke vreemdelingen in België?"
2015.

Overzicht rechtspraak ernstig zieke vreemdeling en het recht op sociale steun

De rechtspraak databank van Terra Laboris biedt een uitgebreid overzicht van de relevante arresten en vonnissen met betrekking tot onmogelijke terugkeer van een ernstig zieke vreemdeling en het recht op maatschappelijke dienstverlening van het OCMW.