einde

Publicatie : 2009-01-27

Beeld van de publicatie
FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

23 JANUARI 2009. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de procedure- en werkingsregels van de Commissie en het permanent secretariaat, bedoeld in het artikel 130 van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 houdende vaststelling van het regime en de werkingsmaatregelen, toepasbaar op de plaatsen gelegen op het Belgisch grondgebied, beheerd door de Dienst Vreemdelingenzaken, waar een vreemdeling wordt opgesloten, ter beschikking gesteld van de regering of vastgehouden, overeenkomstig de bepalingen vermeld in artikel 74/8, § 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen



De Minister van Migratie- en Asielbeleid,
Gelet op het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 houdende vaststelling van het regime en de werkingsmaatregelen, toepasbaar op de plaatsen gelegen op het Belgisch grondgebied, beheerd door de Dienst Vreemdelingenzaken, waar een vreemdeling wordt opgesloten, ter beschikking gesteld van de regering of vastgehouden, overeenkomstig de bepalingen vermeld in artikel 74/8, § 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, inzonderheid op artikel 133;
Gelet op het verzoek tot spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat ten gevolge van de vernietiging door de afdeling administratie van de Raad van State van het ministerieel besluit van 23 september 2002 tot vaststelling van de procedure- en werkingsregels van de Commissie en het permanent secretariaat, bedoeld in artikel 130 van het vorengenoemd koninklijk besluit van 2 augustus 2002, bij arrest nr. 188.931 van 17 december 2008, het permanent secretariaat en de Commissie verstoken zijn van duidelijke procedure- en werkingsregels;
Dat hierdoor afbreuk gedaan wordt aan de rechten voor de bewoners van de gesloten centra aangezien hun klachten momenteel niet meer worden behandeld;
Dat met het oog op een vlugge afhandeling van de klachten die lopende waren op het ogenblik van de vernietiging van het bedoelde ministerieel besluit enerzijds en van de klachten die nog worden ingediend anderzijds, er dringend een rechtsgrond moet worden gecreëerd om de procedure en de werkingsregels van de Commissie en het permanent secretariaat bedoeld in artikel 133 van het koninklijk besluit vast te stellen;
Gelet op het advies 45.818/4 van de Raad van State, gegeven op 20 januari 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Besluit :
HOOFDSTUK I. - Indienen van de klacht
Artikel 1. De klacht wordt schriftelijk opgemaakt, hetzij in één van de officiële Belgische landstalen, hetzij in de moedertaal van de bewoner en wordt ondertekend en gedagtekend door de bewoner die de klacht indient.
Het permanent secretariaat laat indien nodig de klacht vertalen.
Art. 2. In geval in het Centrum een permanentie van het permanente secretariaat plaatsvindt,wordt de klacht door de bewoner,die de klacht indient, overhandigd aan de medewerker van het permanent secretariaat. Indien de klacht niet kan overhandigd worden tijdens een permanentie,dan wordt deze op vraag van de bewoner door bemiddeling van de centrumdirecteur of zijn plaatsvervanger, zonder verwijl, aan het permanent secretariaat toegezonden per fax, indien ingediend onder open omslag of per drager bezorgd indien ingediend onder gesloten omslag.
Telkens in de bovenvermelde gevallen door de bewoner om de bemiddeling van de centrumdirecteur of zijn plaatsvervanger wordt gevraagd, geeft hij aan de bewoner een schriftelijke bevestiging van de dag en het uur van de verzending, het bezorgen per drager of het toezenden per fax.
In elk bovenvermelde geval ontvangt de klager een ontvangstbewijs met de vermelding van de datum waarop de klacht werd ingediend.
Art. 3. De bewoner moet door de centrumdirecteur in de mogelijkheid gesteld worden om een klacht in te dienen bij het permanent secretariaat in het geval in het centrum een permanentie georganiseerd wordt. De centrumdirecteur of zijn plaatsvervanger moet tevens het nodige doen opdat, wanneer op zijn bemiddeling een beroep wordt gedaan, de klacht aan het permanent secretariaat binnen de kortst mogelijke tijd wordt toegezonden.
Art. 4. Het permanent secretariaat bevestigt schriftelijk de ontvangst van de klacht, onmiddellijk of binnen één werkdag nadat de klacht bij haar is toegekomen. De datum van de afgifte van de klacht bij de centrumdirecteur of zijn plaatsvervanger geldt als datum van de indiening van de klacht.
HOOFDSTUK II. - De ontvankelijkheidsfase
Art. 5. Het permanent secretariaat behandelt de klachten en wint bijkomende informatie in van de betrokken partijen, indien het dit nuttig acht.
Art. 6. Het permanent secretariaat toetst de volgende ontvankelijkheidsvereisten :
1) Heeft de klacht betrekking op een beslissing of feiten met betrekking tot de toepassing van het koninklijk besluit van 2 augustus 2002 houdende vaststelling van het regime en de werkingsmaatregelen, toepasbaar op de plaatsen gelegen op het Belgisch grondgebied, beheerd door de Dienst Vreemdelingenzaken, waar een vreemdeling wordt opgesloten, ter beschikking gesteld van de regering of vastgehouden, overeenkomstig de bepalingen vermeld in artikel 74/8, § 1, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen;
2) Heeft de klacht betrekking op een beslissing die genomen werd of feiten die zich hebben voorgedaan ten laatste vijf dagen vóór de indiening van de klacht;
3) Voldoet de klacht aan de vormvereisten bepaald in de artikelen 1 en 2.
Art. 7. Het permanent secretariaat beslist over de ontvankelijkheid van de klacht binnen de kortst mogelijke tijd.
Art. 8. Indien het permanent secretariaat het nuttig acht, kan het pogen te bemiddelen tussen de betrokken partijen.
Art. 9. Indien een minnelijke schikking wordt bekomen maakt deze het voorwerp uit van een document dat door de twee partijen wordt ondertekend en waarin er akte wordt genomen van het feit dat de klager zijn klacht intrekt en dat het dossier bijgevolg wordt afgesloten. Een kopie van dit document wordt aan de partijen overhandigd.
Art. 10. Indien het permanent secretariaat beslist dat de klacht onontvankelijk is, wordt het dossier afgesloten. Indien het permanent secretariaat beslist dat de klacht geheel of gedeeltelijk ontvankelijk is, wordt het dossier dezelfde dag doorgestuurd naar de Commissie.
Art. 11. Indien het dossier is doorgestuurd naar de Commissie, kan het permanent secretariaat, in de gevallen dat zij dat nuttig acht, blijven bemiddelen tussen de betrokken partijen om een minnelijke schikking te bekomen.
Art. 12. Op het moment dat een minnelijke schikking wordt bekomen, maakt deze het voorwerp uit van een document dat door de twee partijen wordt ondertekend en waarin er akte wordt genomen van het feit dat de klager zijn klacht intrekt en dat het dossier bijgevolg wordt afgesloten. Een kopie van dit document wordt aan de partijen overhandigd.
HOOFDSTUK III. - De gegrondheidsfase
Art. 13. De Commissie beslist over de gegrondheid van de klacht binnen de kortst mogelijke tijd.
Art. 14. De Commissie behandelt de klacht op basis van het dossier dat opgesteld is door het permanent secretariaat. Indien zij van oordeel is dat het dossier, opgemaakt door het permanent secretariaat, onvolledig is, kan zij beslissen bijkomende informatie in te winnen bij de betrokken partijen.
HOOFDSTUK IV. - Het permanent secretariaat
Art. 15. Het permanent Secretariaat heeft haar zetel bij de voorzit(s)ter van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.
De Commissie waakt erover dat het permanent Secretariaat over voldoende personeelsleden van beide taalrollen beschikt om binnen een redelijke termijn de klachten te kunnen behandelen.
HOOFDSTUK V. - De leden van de Commissie
Art. 16. De leden van de Commissie, inbegrepen de voorzitter, worden benoemd, voor een periode van 5 jaar, door de Minister die de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen onder zijn bevoegdheid heeft.
Art. 17. De Commissie kan zetelen mits drie leden aanwezig zijn en beslist met meerderheid van stemmen.
Art. 18. Het permanent secretariaat organiseert de werkzaamheden en doet het nodige opdat de Commissie rechtsgeldig kan zetelen.
Art. 19. De klachten die werden ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit in overeenstemming met de artikelen 1 tot 4 van het voormelde ministerieel besluit van 23 september 2002 worden behandeld volgens de regels vastgelegd in de artikelen 5 en volgende van dit besluit.
Art. 20. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 23 januari 2009.
Mevr. A. TURTELBOOM


begin

Publicatie : 2009-01-27