Per verblijfsstatuut worden de volgende onderwerpen behandeld :
- Doel van de garantstelling
- Wie kan de garantstelling ondertekenen ?
- Dekking en duur van de garantstelling
- Verplichting van de garant >< OCMW steun voor medische kosten
- Wat als de garant niet gevonden wordt of niet wil/kan tussenkomen ?
De garantstelling wordt ook ’borgstelling’ of ’verbintenis tot tenlasteneming’ genoemd.
Klik hieronder op de verblijfsstatus voor meer informatie.
Kort verblijf zonder visum
Doel van de garantstelling
Inwoners van bepaalde derde landen zijn voor een kort verblijf (max. 90 dagen) in België vrijgesteld van de visumplicht. Een lijst van deze landen is hier te vinden.
Elke onderdaan van een derde land die België wil binnenkomen voor een kort verblijf moet aantonen dat hij/zij over voldoende bestaansmiddelen beschikt voor de duur en het doel van het voorgenomen verblijf (en evenals voor de terugreis). De verbintenis tot tenlasteneming door een garant is één van de bewijzen die kan worden voorgelegd om aan te tonen dat de persoon voldoet aan deze voorwaarde.
Wie kan de garantstelling ondertekenen ?
Elke meerderjarige persoon die de Belgische nationaliteit heeft of met een verblijfsstatuut van onbeperkte duur in België verblijft kan een verbintenis tot tenlasteneming ondertekenen indien hij/zij over voldoende bestaansmiddelen beschikt.
De garant moet de ‘verbintenis tot tenlasteneming’ (= bijlage 3bis) invullen en ondertekenen. Meer details over de procedure en welke inkomsten in aanmerking worden genomen zijn te vinden in de informatiebrochure van de Dienst Vreemdelingenzaken over de garant.
Dekking en duur van de garantstelling
De garant die een tenlasteneming (= bijlage 3bis) ondertekent, verbindt zich er hoofdelijk toe om de verblijfskosten, de gezondheidskosten en de repatriëringskosten die gedragen worden door de Belgische staat of een OCMW ten laste te nemen. Dit betekent dat zowel de betrokkene als de garant kunnen aangesproken worden voor het geheel van de kosten.
De garantstelling heeft een geldigheidsduur van twee jaar te rekenen vanaf de binnenkomst van de betrokkene in de Schengenruimte. De garant kan geen afstand doen van zijn verbintenis, tenzij de Dienst Vreemdelingenzaken een nieuwe verbintenis aangegaan door een andere persoon, aanvaardt (art.17/6 KB 1981). De garant is daarentegen vrijgesteld van aansprakelijkheid indien hij kan aantonen dat de vreemdeling het Schengen grondgebied verlaten heeft (art.17/5 KB 1981).
Verplichting van de garant >< OCMW steun voor medische kosten
Personen in kort verblijf worden geacht hun kosten voor medische zorgen ten laste te nemen, eventueel met de hulp van een garant. Indien een onderdaan van een derde land in nood beroep doet op het OCMW voor medische hulp, zal het OCMW verplicht zijn om de hulpaanvraag te behandelen en om rekening te houden met het al dan niet bestaan van een geldige garantstelling. Indien er een geldige garantstelling bestaat, zal het OCMW de garant contacteren.
Wanneer de garant zich niet in België bevindt, dan is de controle door het OCMW beperkt tot een eenmalige contactname met de garant, indien het adres gekend is (zie ’Medische bewijsstukken’). Een garantstelling is ook enkel geldig voor het land waarvoor het werd afgesloten.
Wat als de garant niet gevonden wordt of niet wil/kan tussenkomen ?
De persoon kan het OCMW aanspreken. Indien de hulpvrager behoeftig is, kan het OCMW in eerste instantie besluiten hem te helpen door een tussenkomst voor de medische kosten te verlenen. Het OCMW kan later echter de kosten van de toegekende hulp verhalen bij de garant. Het OCMW zal daartoe per aangetekende brief contact opnemen met de garant. Indien de garant niet betaalt, dan kan het dossier voor de invordering door het OCMW worden overgemaakt aan de FOD Financiën.
Kort verblijf met visum
Doel van de garantstelling
Onderdanen van een visumplichtig land die naar België willen komen voor een kort verblijf moeten aantonen dat zij over voldoende bestaansmiddelen beschikken voor de duur en doel van het voorgenomen verblijf (en evenals voor de terugreis). De verbintenis tot tenlasteneming door een garant is één van de bewijzen die kan worden voorgelegd om aan te tonen dat de persoon voldoet aan deze voorwaarde.
Wie kan de garantstelling ondertekenen ?
Elke meerderjarige persoon die de Belgische nationaliteit heeft of die met een verblijfsstatuut van onbeperkte duur in België verblijft kan een verbintenis tot tenlasteneming ondertekenen indien hij/zij over voldoende bestaansmiddelen beschikt.
De garant moet de ‘verbintenis tot tenlasteneming’ (= bijlage 3bis) invullen en ondertekenen Meer details over de procedure en welke inkomsten in aanmerking worden genomen zijn te vinden in de informatiebrochure van de Dienst Vreemdelingenzaken over de garant.
Dekking en duur van de garantstelling
De garant die een tenlasteneming (= bijlage 3bis) ondertekent, verbindt zich er hoofdelijk toe om de verblijfskosten, de gezondheidskosten en de repatriëringskosten die gedragen worden door de Belgische staat of een OCMW ten laste te nemen.
De garantstelling heeft een geldigheidsduur van twee jaar vanaf de binnenkomst van de betrokkene in de Schengenruimte. De garant kan geen afstand doen van zijn verbintenis, tenzij de Dienst Vreemdelingenzaken een nieuwe verbintenis aangegaan door een andere persoon, aanvaardt (art.17/6 KB 1981). De garant is daarentegen vrijgesteld van aansprakelijkheid indien hij kan aantonen dat de vreemdeling het Schengen grondgebied verlaten heeft (art.17/5 KB 1981).
Verplichting van de garant >< OCMW steun voor medische kosten
Personen in kort verblijf worden geacht hun kosten voor medische zorgen ten laste te nemen, eventueel met de hulp van een garant. Indien een onderdaan van een derde land in nood beroep doet op het OCMW voor medische hulp, zal het OCMW verplicht zijn om de hulpaanvraag te behandelen en rekening te houden met het al dan niet bestaan van een geldige tenlasteneming.
Volgens het document Medische bewijsstukken is het OCMW verplicht om het bestaan van de garantstelling na te gaan bij de Dienst Vreemdelingen zaken voor personen afkomstig uit een visumplichtig land en die minder dan twee jaar op het Schengengrondgebied verblijven. Het OCMW mag hierbij enkel de strikt noodzakelijke informatie doorgeven aan de dienst vreemdelingenzaken, namelijk de naam, voornaam, geboortedatum en nationaliteit
Indien er een geldige verbintenis tot tenlasteneming bestaat, zal de garant worden aangesproken. Wanneer de garant zich niet in België bevindt, dan is de controle door het OCMW beperkt tot een eenmalige contactname met de garant, indien het adres gekend is (zie ’Medische bewijsstukken’). Een garantstelling is ook enkel geldig voor het land waarvoor het werd afgesloten.
(!) Wanneer de betrokkene zich in de procedure internationale bescherming bevindt, dan zal het OCMW in dit geval niet nagaan of er een geldige verbintenis tot tenlasteneming werd aangegaan bij het beoordelen van de hulpvraag voor medische kosten (zie ’Medische bewijsstukken’).
Wat als de garant niet gevonden wordt of niet wil/kan tussenkomen ?
De persoon kan het OCMW aanspreken. Indien de hulpvrager behoeftig is, kan het OCMW in eerste instantie besluiten hem te helpen door een tussenkomst voor de medische kosten te verlenen. Het OCMW kan echter later de kosten van de toegekende hulp verhalen bij de garant. Het OCMW zal daartoe per aangetekende brief contact opnemen met de garant. Indien de garant niet betaalt, dan kan het dossier voor de invordering door het OCMW worden overgemaakt aan de FOD Financiën.
Student
Doel van de garantstelling
Een derdelander die naar België wenst te komen in het kader van studies dient aan te tonen dat zij/hij over voldoende bestaansmiddelen beschikt. De verbintenis tot tenlasteneming door een garant is één van de bewijzen die kan worden voorgelegd om aan te tonen dat de student voldoet aan deze voorwaarde.
Wie kan de garantstelling ondertekenen ?
Volgende meerderjarige personen kunnen zich garant stellen :
- Belg
- Unieburger met een verblijfsrecht > 3 maanden in België of in een andere EU-lidstaat
- Derdelander met een onbeperkt verblijfsrecht in België of in andere EU-lidstaat
- Familielid tot in de 3de graad
De garant moet de ‘verbintenis tot tenlasteneming’ (= bijlage 32) invullen en ondertekenen. De website van de Dienst Vreemdelingenzaken legt meer uit over de procedure en welke inkomsten hiervoor in aanmerking komen.
Dekking en duur van de garantstelling
De garant die een tenlasteneming (= bijlage 32) ondertekent, verbindt zich er hoofdelijk toe om de kosten van de gezondheidszorgen, de huisvesting, de studies en de repatriëring die gedragen worden door de Belgische staat of een OCMW ten laste te nemen. Dit betekent dat zowel de student als de garant kunnen aangesproken worden voor het geheel van de kosten.
De garanstelling neemt aanvang op het moment van de ondertekening van de bijlage 32.
De duur van de dekking is afhankelijk van de vastgelegde termijn van het studieprogramma van de student. Het kan gaan om een academiejaar, opleidingscyclus of de duur van het zoekjaar na de studies.
(!) Opgelet : de garant blijft nog 12 maanden aansprakelijk na het verlopen van deze vastgelegde termijn die wordt gespecifieerd op de bijlage 32.
Indien de student andere bewijzen van voldoende bestaansmiddelen voorlegt (bv. beurs, salaris, een garantstelling door een andere solvabele garant), dan kan de garantstelling worden opgeheven door de dienst vreemdelingenzaken.
Verplichting van de garant >< OCMW steun voor medische kosten
Derdelands studenten kunnen zich op basis van hun verblijfsstatuut inschrijven bij de Belgische ziekteverzekering. Daarnaast wordt de student geacht om eventueel met de hulp van de garant de resterende kosten voor gezondheidszorg te financieren. Indien een student in nood beroep doet op het OCMW voor de medische kosten, zal het OCMW verplicht zijn om de hulpvraag te behandelen.
Volgens het document Medische bewijsstukken is het OCMW verplicht om het bestaan van de garantstelling na te gaan bij de dienst vreemdelingen zaken voor personen afkomstig uit een visumplichtig land en die minder dan twee jaar op het Schengengrondgebied verblijven. Het OCMW mag hierbij enkel de strikt noodzakelijke informatie doorgeven aan de dienst vreemdelingenzaken, namelijk de naam, voornaam, geboortedatum en nationaliteit.
Indien er een geldige verbintenis tot tenlasteneming bestaat, zal de garant worden aangesproken. Wanneer de garant zich niet in België bevindt, dan is de controle door het OCMW beperkt tot een eenmalige contactname met de garant, indien het adres gekend is (zie ’Medische bewijsstukken’). Een garantstelling is ook enkel geldig voor het land waarvoor het werd afgesloten.
(!) Wanneer de betrokkene zich in de procedure internationale bescherming bevindt, dan zal het OCMW in dit geval niet nagaan of er een geldige verbintenis tot tenlasteneming werd aangegaan bij het beoordelen van de hulpvraag voor medische kosten (zie ’Medische bewijsstukken’).
(!) Indien er ook ruimere sociale steun dan medische kosten wordt aangevraagd als derdelands student, dan zal de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) hier na vier maanden financiële steun automatisch van op de hoogte gebracht worden. Op basis van deze informatie kan de DVZ beslissen dat de student niet meer aan de voorwaarde van ‘voldoende bestaansmiddelen’ voldoet. Dit kan tot gevolg hebben dat verblijfsrecht wordt ingetrokken of beëindigd. Deze automatische informatieflux bestaat niet voor de tussenkomst van het OCMW voor medische kosten, dus in principe zal de DVZ niet op de hoogte gebracht worden van deze tussenkomst door het OCMW.
Wat als de garant niet gevonden wordt of niet wil/kan tussenkomen ?
De persoon kan het OCMW aanspreken. Indien de hulpvrager behoeftig is, kan het OCMW in eerste instantie besluiten hem te helpen door medische hulp te verlenen. Maar het OCMW kan later de kosten van de toegekende hulp verhalen bij de garant. Het OCMW zal daartoe per aangetekende brief contact opnemen met de garant.