Europees Hof van Justitie: ernstig zieke vreemdeling en beroep tegen terugkeerbesluit

Feiten:

Een erkend vluchteling met Irakese nationaliteit ontvangt een inkomensvervangende uitkering van de FOD Sociale Zekerheid voor personen met een handicap. Nadat hij in 2017 naar zijn land van herkomst was teruggereisd om een begrafenis bij te wonen, besliste het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) om zijn vluchtelingenstatuut in te trekken. Deze beslissing wordt in beroep door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) bevestigd begin 2020 waarna de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) besliste een Bevel om het Grondgebied te Verlaten (BGV) af te leveren. De man dient een niet-schorsend beroep tegen de beslissing om een BGV af te leveren.

Door de intrekking van zijn vluchtelingenstatuut werd zijn uitkering stopgezet waardoor hij een hulpvraag indiende bij het OCMW Luik. Het OCMW van Luik weigerde deze aanvraag tot financiële steun omdat meneer een BGV had ontvangen. Hij stelde een beroep in bij de arbeidsrechtbank te Luik tegen deze weigering.

Discussie:

De arbeidsrechtbank van Luik legde de kwestie voor aan het Europees Hof van Justitie (HvJ) in een prejudiciële vraag: behoudt de man tijdens de behandeling van zijn beroep door de RvV tegen het terugkeerbesluit (BGV) zijn verblijfsrecht en een voorlopig verblijfsrecht in het kader van de Europese terugkeerrichtlijn en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie?

Het HvJ oordeelde op 5 mei 2021 dat het beroep tegen een terugkeerbesluit afgeleverd aan een ernstig zieke vreemdeling van rechtswege schorsend moet zijn indien dat beroep een niet kennelijk ongegrond middel bevat dat aantoont dat hij of zij bij terugkeer blootgesteld zou worden aan een reëel risico op een ernstige en onomkeerbare verslechtering van zijn of haar gezondheidstoestand. Bovendien moet de schorsende werking van het beroep een recht openen op voorziening in de elementaire levensbehoeften én een voorlopig verblijf toekennen aan de vreemdeling die aan een zware ziekte lijdt.

> Beschikking Europees Hof van Justitie (C-641/20) van 5 mei 2021

> Voor een uitgebreide analyse verwijzen we graag naar de nieuwsbrief van ADDE (n°176 juni 2021):

"Quels droits pour les étrangers gravement malades, pendant le traitement du recours introduit contre une décision de retour ? – Analyse de l’ordonnance C-641/20 du 5 mai 2021 de la Cour de justice de l’Union européenne" - Louise Diagre

12 oktober 2021


Documenten & formulieren
Publicaties
Wetgeving en rechtspraak