Feiten:
Een Spaanse vrouw dient op 30 maart 2017 een aanvraag in op basis van art.9ter. Verzoekster kampt met ernstige psychische problemen, waaronder schizofrenie en psychoses, wat leidt tot dakloosheid en sociale isolatie. Op het moment van het indienen van de aanvraag was ze tijdelijk opgenomen in een psychiatrische instelling in het kader van een beschermingsmaatregel. De 9ter aanvraag werd gegrond verklaard op 5 februari 2018, maar de arts-adviseur van DVZ stelde dat de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de nodige ambulante zorgen moeten worden onderzocht na het ontslag uit de instelling. De aanvraag tot verlenging van de verblijfsmachtiging die werd ingediend na ontslag uit de instelling werd uiteindelijk geweigerd.
De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen vernietigt deze weigering op 15 april 2022, waarna de Dienst Vreemdelingenzaken opnieuw op 15 december 2022 beslist om de verlenging te weigeren. De bewindvoerder van mevrouw beslist om tegen deze beslissing in beroep te gaan bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV).
Discussie:
De rechter stelt vast dat de Dienst Vreemdelingenzaken niet betwist dat mevrouw psychosociale omkadering nodig heeft voor de inname van haar medicatie en de opvolging van haar medische afspraken. Deze mantelzorg zou volgens DVZ beschikbaar en toegankelijk zijn.
De rechter trekt echter in twijfel of ze in Spanje deze nodige zorg zou kunnen krijgen, gezien haar sociale isolatie en kwetsbare psychische toestand.
In afwachting van een nieuwe beslissing van DVZ verklaarde de psychiater in 2022 namelijk opnieuw dat de vrouw afhankelijk is van zorg en niet in staat is om zelfstandig naar afspraken te gaan of haar medicatie te beheren. De psychiater benadrukt dat er geen familie is in Spanje die haar kan helpen, en dat ze niet zelfstandig reizen. In het administratief dossier bevindt zich eveneens een verklaring van de bewindvoerder en een vonnis van de arbeidsrechtbank die deze psychische kwetsbaarheid, haar sociale isolatie en nood aan mantelzorg bevestigen. De rechter stelt ook vast dat het isolement en het verbreken van het contact met haar familie gelinkt zijn aan haar psychiatrische pathologie. Op basis van deze vaststellingen concludeert de rechter dat het belang van de continuïteit van de zorgen in België werd aangetoond en de DVZ onvoldoende heeft aangetoond dat de nodige zorgen toegankelijk zijn in Spanje voor mevrouw. De beslissing tot weigering van de verlenging werd geannuleerd.