RvV – Art.9ter : verblijf in psychiatrisch centrum en adrescontrole

Feiten :

Verzoeker diende op 26 april 2023 een aanvraag op basis van art. 9ter W1980. Op dat moment verblijft de verzoeker in een psychiatrisch centrum. De DVZ verklaarde de aanvraag onontvankelijk op 8 juni 2023 wegens het ontbreken van het adres van een effectieve verblijfplaats in België (art. 9ter, § 3, 1° W1980). De DVZ motiveert deze beslissing verder door te verwijzen naar het verslag van de woonstcontrole waar gesteld werd dat verzoeker geen origineel identiteitsdocument kon voorleggen. Verzoeker dient een beroep in tegen deze beslissing.

Discussie :

Uit de voorgelegde stukken blijkt volgens de rechter dat de verzoeker wel degelijk zijn verblijfplaats had vermeld in de aanvraag, namelijk het adres van het psychiatrisch centrum waar verzoeker gedwongen werd opgenomen. Het feit dat de verzoeker ook effectief op het opgegeven adres verblijft wordt bevestigd in het politieverslag van de adrescontrole in het psychiatrisch centrum. Op basis van deze gegevens stelt de rechter vast dat het incorrect is om te oordelen dat de verblijfsaanvraag niet het adres van de effectieve verblijfsplaats bevat.

De Dienst Vreemdelingenzaken motiveerde de beslissing tot niet-ontvankelijkheid verder door te stellen dat verzoeker op het moment van de controle geen originele identiteitsdocumenten kon voorleggen. De rechter benadrukt echter dat het niet kunnen voorleggen van originele identiteitsdocument geen reden kan vormen om een verblijfsaanvraag niet ontvankelijk te verklaren op basis van art.9ter, §3, 1 W1980. De beslissing tot onontvankelkijkheid wordt vernietigd.

> RvV n°296 376 van 27 oktober 2023

15 mars 2024


Documents & formulaires
Publications
Législation et jurisprudence