Feiten :
Een Congolese vrouw kwam in november 2021 in België aan met een visum C om medische redenen. Na aankomst ondergaat ze verscheidene medische onderzoeken om de gevolgen van polio te behandelen. Naar aanleiding van verschillende geplande ingrepen op de dienst cardiologie,gynaecologie enpneumologie dient ze een aanvraag tot verlenging van haar visum in. Deze verlenging wordt toegekend tot 15 maart 2022. Een tweede verlenging wordt echter geweigerd en de Dienst Vreemdelingenzaken (BGV) beslist op 25 april 2022 om een Bevel om het Grondgebied te Verlaten (BGV) af te leveren, rekening houdend met de gezondheidstoestand van verzoekster zoals voorgeschreven in art. 74/12 van de Vreemdelingenwet. Mevrouw dient een beroep in bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen tegen deze weigering tot verlenging en de afgifte van het BGV.
Discussie :
De DVZ motiveert deze beslissingen als volgt : "Een verlenging van verblijf kan niet toegestaan worden aangezien uit het voorgelegde medisch type-attest van de specialist blijkt dat betrokkene zich kan verplaatsen en kan reizen en niet duidelijk blijkt dat een verlenging van het verblijf wegens medische redenen noodzakelijk is.” Concreet had verzoekster bij haar aanvraag tot een tweede verlenging naast het medisch type-attest, dat werd ingevuld door de gynaecologe, ook nog andere attesten toegevoegd zoals een medisch attest afkomstig van de dienst pneumologie en een hospitalisatieattest. In haar beslissing verwijst DVZ echter enkel naar het medisch type-attest waarin de gynaecologe stelt dat de verzoekster in staat is om te reizen met het vliegtuig. De andere medische attesten spreken dit echter tegen en stellen dat er voor een onbepaalde tijd nog verschillende onderzoeken en behandelingen dienen plaats te vinden.
De Raad voor Vreemdelingenbetwistingen merkt vooreerst op dat er geen wettelijke basis bestaat die stelt dat er enkel rekening dient te worden gehouden met een bepaald medisch type-attest voor het verlengen van een medisch visum. Met andere woorden, DVZ had bij het nemen over de beslissing zich niet mogen beperken tot de informatie die op het medisch type-attest vermeld stond, maar diende de gezondheidstoestand van de verzoekster te beoordelen op basis van de informatie die beschikbaar was in alle medische attesten die werden toegevoegd aan de aanvraag.