Wilsonbekwaamheid

Een meerderjarige persoon die wilsonbekwaam is niet (meer) in staat om beslissingen te nemen over zichzelf en/of zijn/haar goederen. Onderstaande uitleg geeft een overzicht over de te volgen procedures wanneer medische, sociaalrechtelijke en verblijfsrechtelijke beslissingen dienen genomen te worden voor een wilsonbekwaam persoon zonder wettig verblijfstatuut of met een precair verblijfsstatuut.


Bewindvoerder aangesteld door de vrederechter

Voor wie kan de bewindvoerding aangevraagd worden ?
Een persoon die, al dan niet tijdelijk, onbekwaam wordt geacht om zelf bepaalde beslissingen te nemen over zijn/haar persoon en/of zijn/haar goederen. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een persoon die in een coma verkeert of een persoon die zich in een vergevorderd stadium van dementie bevindt.

Door wie kan de bewindvoering aangevraagd worden ?
De bewindvoering kan worden aangevraagd door een familielid of elke belanghebbenden (bv. een sociaal assistent(e), verpleegkundige, ….). De aanvraag hoeft niet noodzakelijk te gebeuren door een advocaat. De aanvrager kan ook een persoon zijn met enkel een buitenlands identiteitsbewijs.

(!) Indien de aanvrager beschikt over een Belgische identiteitskaart of een elektronische vreemdelingenkaart, dan kan de aanvraag ook online worden ingediend bij het Centraal Register van Bescherming van de Personen (CRBP) i.p.v. bij de griffie van de vrederechter.

Procedure ?
De Belgische vrederechter is bevoegd om zich uit te spreken over bekwaamheid van een persoon die zijn gewone verblijfplaats in België heeft. Er is geen voorwaarde voor de duur van verblijf, noch moet het gaan om een persoon in wettig verblijf (zie art. 32 Wetboek Internationaal Privaatrecht).

De aanvraag tot bewindvoering bevat onder andere de persoonsgegevens van de aanvrager, de beschermde persoon en mensen uit zijn/haar sociaal netwerk die nuttige gegevens over de te beschermen persoon kunnen geven. Bij de aanvraag kunnen eventueel de gegevens van een medische of sociale dienst (met contactpersoon) worden toegevoegd indien de betrokkene hierdoor wordt opgevolgd.
De aanvrager kan een persoon suggereren als bewindvoerder.

De aanvrager specifieert welke handelingen de beschermde persoon volgens hem/haar niet meer zelf kan uitvoeren.

Bij de aanvraag moet een standaard medisch attest over de bekwaamheid van de persoon worden toegevoegd dat niet ouder is dan 15 dagen.

De aanvraag wordt ingediend bij de griffie van vrederechter van de gewoonlijke verblijfplaats van de te beschermen persoon. Dit is de plaats waar deze betrokkene hoofdzakelijk feitelijk verblijft. Een officiële registratie (‘inschrijving rijksregister’ of ‘domiciliëring’) van deze woonplaats is niet noodzakelijk. De gewoonlijke verblijfplaats kan ook een ziekenhuis, instelling of de plaats zijn waar de persoon bij familie woont. Het bevoegde vredegerecht kan per gemeente worden opgezocht via volgende link. Wanneer de beschermde persoon op duurzame wijze een nieuwe verblijfplaats heeft, dan zal het dossier worden verzonden naar het vredegerecht van die nieuwe verblijfsplaats.

Waarvoor is de bewindvoerder bevoegd ?
De vrederechter zal oordelen over de wilsbekwaamheid van de betrokkenen en een bewindvoering op maat uitwerken (‘bijstand’ en/of ‘vertegenwoordiging’ per type beslissing). In bepaalde gevallen wordt er besloten dat de betrokkene in samenspraak met de bewindvoerder een beslissing moet nemen (‘bijstand’), in andere situaties zal de betrokkene niet meer in staat worden geacht om beslissingen te nemen en wordt hij/zij vertegenwoordigd.

Medische beslissingen

De wet betreffende de rechten van de patiënt van 2002 somt de basisrechten van de patiënt op. De wet patiëntenrechten geldt voor alle patiënten zonder dat er een voorwaarde op vlak van verblijfsrecht aan wordt gekoppeld. De wet beschermt onder meer het recht op een vrije keuze van zorgverlener, het recht op informatie over zijn/haar gezondheidstoestand, het neerleggen van een klacht bij de ombudsdienst enz. Hoofdstuk IV van de wet patiëntenrechten bepaalt de vertegenwoordiging in het kader van een medische behandeling.

Vertegenwoordiging van minderjarige patiënten :

Rechten van minderjarige patiënten worden uitgeoefend door de personen die het ouderlijk gezag over hen uitoefenen of door hun voogd. Minderjarige patiënten worden betrokken bij de uitoefening van hun rechten, rekening houdend met hun leeftijd en maturiteit. Indien een minderjarige patiënt in staat is tot een redelijke beoordeling van zijn belangen, kan hij zelfstandig zijn rechten uitoefenen.

Vertegenwoordiging van meerderjarige patiënten :

Indien een meerderjarige patiënt niet in staat is zijn rechten zelf uit te oefenen, kan een vertegenwoordiger optreden, die handelt in het belang van de patiënt en rekening houdt met diens geuite waarden, voorkeuren van zorg en levensdoelen.

Een wilsonbekwaam persoon wordt vertegenwoordigd op basis van het volgend cascadesysteem :

In eerste instantie moet er worden nagegaan of de patiënt tijdens zijn/haar status van wilsbekwaamheid een persoon heeft aangeduid die zijn of haar belangen zal behartigen in geval van wilsonbekwaamheid.

1a. De persoon die werd benoemd als vertegenwoordiger op basis van art. 14,§1/1 wet patiëntenrechten

De patiënt kan zelf een vertegenwoordiger aanwijzen via een schriftelijk mandaat, dat te allen tijde herroepen kan worden. Het is aan te raden om de behandelende arts in te lichten over de identiteit van de vertegenwoordiger.

1b. De persoon die werd benoemd als vertegenwoordiger via een zorgvolmacht

Deze vertegenwoordiging wordt geregistreerd door middel van een ‘zorgvolmacht’. De registratie van een zorgvolmacht is ook mogelijk voor personen zonder wettig verblijf, op voorwaarde dat ze over een BIS-nummer beschikken.

Het BIS-nummer is een identificatienummer voor de sociale zekerheid (INSZ-nummer) voor mensen die niet ingeschreven zijn in het rijksregister. Het bestaat uit 11 cijfers. Bepaalde instanties kunnen een BIS-nummer aanmaken, zoals bijvoorbeeld een arts of een OCMW. Het is niet nodig om een verblijfsadres op te geven voor de aanmaak van een bisnummer.

De zorgvolmacht moet worden geregistreerd in het Centraal Register voor Lastgevingen (CRL), zodat de zorgvolmacht blijft werken na de wilsonbekwaamheid van de persoon. Deze registratie in het CRL kan gebeuren via de griffie van het vredegerecht van de gewoonlijke verblijfplaats of via een notaris. De persoon met de zorgvolmacht zal de patiënten rechten uitoefenen in geval van wilsonbekwaamheid.

(!) Het is belangrijk om een specifieke formulering in de zorgvolmacht op te nemen die de vertegenwoordiger in staat stelt om de patiëntenrechten op basis van de wet van 2002 uit te oefenen.

Wanneer er geen vertegenwoordiger werd aangewezen of wanneer de vertegenwoordiger niet optreedt, dan wordt de wilsonbekwame persoon op de volgende manier vertegenwoordigd :

2. De bewindvoering over de persoon na machtiging vrederechter
Wanneer een persoon onbekwaam is om zich over zijn of haar medische situatie uit te spreken, kan er een bewindvoerder worden aangesteld door de vrederechter om de persoon te vertegenwoordiging bij het uitoefenen van de patiëntenrechten (zie art. 492/1, §1 vierde lid Burgerlijk Wetboek en de uitleg hierboven).
De bewindvoerder moet voor elke beslissing over een medische handeling een toelating (machtiging) vragen aan de vrederechter, tenzij het gaat om een dringende en noodzakelijke medische handeling.

(!) Voor een aantal medische situaties is de bewindvoerder NIET bevoegd om beslissingen te nemen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij medische situaties zoals sterilisatie, abortus, en euthanasie (zie opsomming in art. 497/2 Burgerlijk wetboek).

Wanneer er geen bewindvoerder bevoegd is om de patiënt via de gerechtelijke maatregel ‘bewindvoering’ te vertegenwoordigen, dan worden de patiënten rechten door de volgende personen uitgeoefend voor de wilsonbekwame persoon op basis van deze volgorde :

3. samenwonende echtgenoot, wettelijk of feitelijk samenwonende partner

4. meerderjarig kind

5. ouder

6. meerderjarige broer of zus

7. gezondheidsbeoefenaar
De gezondheidsbeoefenaar zal ook optreden wanneer bovengenoemde personen afwezig zijn, niet wensen tussen te komen of wanneer er een conflict is tussen de verantwoordelijke personen.

(!) In geval van ernstige bedreiging van het leven of de gezondheid van de patiënt, kunnen gezondheidszorgbeoefenaars afwijken van beslissingen van vertegenwoordigers, maar alleen als de uitdrukkelijke wil van de patiënt niet kan worden bewezen.

Sociaalrechtelijke beslissingen : OCMW steun

Wanneer een persoon niet meer in staat is om beslissingen te nemen van financiële aard, dan kan er aan de vrederechter gevraagd worden om een bewindvoerder aan te stellen omwille van de wilsonbekwaamheid. Deze bewindvoerder kan, onder andere, aangesteld worden om de goederen van de onbekwaam persoon te beheren (zie art. 499/2 + art.492/1, 19° Burgerlijk Wetboek en uitleg hierboven). Concreet houdt dit in dat de bewindvoerder bijvoorbeeld verantwoordelijk is voor de betaling van facturen, het openen van een rekening en om ervoor te zorgen dat de persoon alle sociale uitkeringen of tegemoetkomingen ontvangt waar hij/zij recht op heeft. Voor een behoeftig persoon zonder wettig verblijfsstatuut kan de bewindvoerder bijvoorbeeld een aanvraag Dringende Medische Hulp (DMH) indienen.

Daarnaast kan de bewindvoerder ook ruimere maatschappelijke dienstverlening aanvragen, indien de beschermde persoon hier aanspraak op zou kunnen maken (zie bv. vonnis arbhof BXL 28.11.2019). Het OCMW moet daarnaast de bewindvoerder ook verplicht informeren over toepasselijke sociale rechten voor de beschermde persoon.

Het OCMW zal het sociaal onderzoek uitvoeren met behulp van de bewindvoerder om de behoeftigheid van de beschermde persoon te bepalen.

De bewindvoerder is ook bevoegd om in beroep te gaan tegen een eventuele negatieve beslissing van het OCMW (art. 499/7, §1, 3° Burgerlijk Wetboek).

Verblijfsrechtelijke beslissingen

De bewindvoerder kan ook gemachtigd worden om rechtshandelingen stellen in naam van de wilsonbekwame persoon in het kader van het verblijfsrecht. Zo kan de bewindvoerder bijvoorbeeld een aanvraag op basis van art. 9bis Verblijfswet (zie bv. arrest RvV 222 606) of art. 9ter Verblijfswet (zie bv. arrest RvV 248 494) indienen. Daarnaast kan de bewindvoerder ook gemachtigd worden door de vrederechter om een beroep indienen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen tegen een negatieve beslissing over het verblijfsrecht, een Bevel om het Grondgebied te Verlaten (zie bv. arrest RvV 218 588) of een weigering tot verlenging van verblijf (zie bv. arrest RvV 253 555).

30 mars 2024