In geval van medisch onmogelijke terugkeer

Personen die zich in de medische onmogelijkheid bevinden om terug te keren naar hun land van herkomst kunnen ruimere maatschappelijke dienstverlening vragen aan het OCMW van de gemeente waar ze gewoonlijke verblijven in geval van behoeftigheid. Deze hulp tijdens medische overmacht wordt in principe geweigerd door het OCMW, maar de persoon kan hiertegen een beroep indienen bij de arbeidsrechtbank.



Wettelijk kader en rechtspraak

Volgens artikel 1 van de OCMW wet van 8 juli 1976 heeft "elke persoon recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid."
Maar sommige categorieën van personen worden toch uitgesloten van deze hulp op basis van artikel 57,§2 OCMW wet.

Maatschappelijke dienstverlening voor personen zonder wettig verblijf wordt beperkt tot :

  • Dringende Medische Hulp (DMH) ;
  • bijstand in het kader van een vrijwillige terugkeer ;
  • bijstand aan families in onwettig verblijf met minderjarige kinderen.

In de rechtspraak zijn er belangrijke uitzonderingen voorzien op deze uitsluiting. Zo is er de mogelijkheid voor mensen die onmogelijk kunnen terugkeren omwille van medische redenen om een aanvraag voor financiële steun in te dienen bij het OCMW in geval van behoeftigheid.

Deze uitzondering is het gevolg van het arrest van 1999 van het Grondwettelijk Hof (toenmalig Arbitragehof n°80/99, 30 juni 1999). Volgens dit arrest, is artikel 57,§2 OCMW wet discriminatoir indien mensen die een Bevel om het Grondgebied te Verlaten (BGV) hebben ontvangen en niet teruggestuurd kunnen worden wegens medische redenen op dezelfde manier behandeld worden als mensen die wel teruggestuurd worden.

Het toenmalig Arbitragehof heeft het als volgt verwoord :

Indien de maatregel waarin artikel 57,§2 voorziet, wordt toegepast op personen die, om medische redenen in de absolute onmogelijkheid zijn gevolg te geven aan het bevel België te verlaten, behandelt deze wet zonder redelijke verantwoording op dezelfde wijze personen die zich in fundamenteel verschillende situaties bevinden namelijk diegenen die verwijderd kunnen worden en diegenen die om medische redenen niet kunnen verwijderd worden. In die mate is artikel 57,§2, discriminerend.

Wat is medische onmogelijkheid om terug te keren ?

De rechtspraak maakte geleidelijk aan duidelijk wat bedoeld wordt met ‘onmogelijkheid om terug te keren’.
De rechterlijke instanties houden in het algemeen rekening met de volgende criteria :

  • de graad van ernst van de medische situatie ;
  • de effectieve mogelijkheid om de terugreis te ondernemen ;
  • de beschikbaarheid en toegankelijkheid van een adequate behandeling in het land van herkomst.

De medische onmogelijkheid moet aangetoond worden door de persoon. Er bestaan geen standaard documenten om dit te bewijzen. Verschillende elementen kunnen in rekening gebracht worden. Een medisch attest dat een antwoord biedt op de bovenvermelde criteria is uiteraard noodzakelijk. Medimmigrant ontwikkelde een uitgebreid medisch attest dat kan gebruikt worden om relevante informatie te verzamelen over de medische situatie van de betrokkene in het kader van terugkeer.

Merk op dat de onmogelijkheid om terug te keren ook tijdelijk kan zijn. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een zwangerschap. De financiële hulp kan bovendien ook uitgebreid worden tot ouders die instaan voor de mantelzorg van zieke minderjarige kinderen (zie Arbitragehof 21 12 2005).

Procedure en standpunt van de OCMW’s

Als een persoon denkt zich te bevinden een situatie van medisch onmogelijke terugkeer, dan kan hij of zij een aanvraag indienen voor financiële steun bij het OCMW van zijn of haar gewoonlijke verblijfplaats. Dit geldt eveneens voor ouders van een minderjarig ziek kind (zie Arbitragehof 21 12 2005).
Aangezien de persoon geen wettig verblijf (meer) heeft in België zal deze hulp in principe geweigerd worden door het OCMW omdat mensen zonder wettig verblijf uitgesloten zijn van art. 57,§2 OCMW wet. Het OCMW kan echter wel beslissen op tussen te komen voor de persoon op basis van hun eigen middelen, maar deze verleende hulp zal niet terugbetaald worden door de POD Maatschappelijke Integratie (zie www.mi-is.be (FAQ)).

Bij een negatieve beslissing beschikt de persoon over drie maanden om een beroep in te dienen bij de arbeidsrechtbank tegen deze weigering van het OCMW. Het beroep kan ter plaatse worden ingediend bij de griffie van de arbeidsrechtbank of per aangetekend schrijven worden verstuurd naar de arbeidsrechtbank. Het is ten zeerste aangewezen om een advocaat of het Bureau voor Juridische Bijstand te contacteren om vertegenwoordigd te worden tijdens de beroepsprocedure. Het is uiteraard belangrijk om tijdens dit beroep bovenvermelde rechtspraak van het Arbritragehof in te roepen en bewijzen aan te brengen van de onmogelijkheid om terug te keren (zie hierboven).

Wanneer de arbeidsrechtbank van oordeel is dat er sprake is van medische onmogelijkheid om terug te keren en er geen twijfel over de behoeftigheid van de betrokkene is, dan zal het OCMW veroordeeld worden tot het toekennen van financiële steun gedurende de medische onmogelijkheid om terug te keren.

Verlenging van het Bevel om het Grondgebied te Verlaten omwille van geboorte, zwangerschap of medische redenen

Zoals hierboven al gemeld zal de POD MI de financiële steun die door een OCMW aan een persoon werd toegekend als gevolg van de onmogelijkheid om terug te keren niet terug betalen.
Maar volgens de FAQ lijst op de website van de POD MI zal de POD MI de financiële steun wél terugbetalen aan het OCMW in geval van medische overmacht op voorwaarde dat er een verlenging van het Bevel om het Grondgebied te verlaten (BGV) werd toegestaan door de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) wegens zwangerschap, geboorte of medische redenen. De persoon heeft recht op ruimere maatschappelijke gedurende de duur van de verlenging van het Bevel om het Grondgebied te Verlaten.

Als er sprake is van medische overmacht, worden de kosten voor maatschappelijke dienstverlening dan ten laste genomen door de Staat ? (12/11/2014)
Ja, wanneer de Dienst Vreemdelingenzaken een verlenging van het bevel tot het verlaten van het grondgebied heeft toegekend op grond van geboorte, zwangerschap of medische redenen, zal de Belgische Staat de kosten voor maatschappelijke dienstverlening ten laste nemen gedurende de termijn van de verlenging van het bevel tot het verlaten van het grondgebied.

(www.mi-is.be (FAQ), consultatie website 02/12/2021)

De betrokkene kan in dit geval de aanvraag tot ruimere maatschappelijke dienstverlenging bij het bevoegde OCMW indienen samen met een bewijs van het verlengd bevel op basis van een geboorte, zwangerschap of medische redenen in het algemeen en informatie over zijn/haar behoeftigheid.

2 décembre 2021


Publications
Législation et jurisprudence
Wet van 8.07.1976
Organieke wet betreffende de OCMW

Publicatie van Caritas International

Tweede deel van de publicatie "Welke rechten nog te mobiliseren voor ernstig zieke vreemdelingen in België ?"
2015.